Overzicht informatie-uitvraag aan bedrijven in het industriecluster Rotterdam-Moerdijk
Wie vraagt welke data uit en waarom?
Het behalen van de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 vergt ingrijpende aanpassingen aan ons energiesysteem in Nederland. De overgang van een economie die sterk afhankelijk is van fossiele energie naar een systeem dat draait op hernieuwbare bronnen vereist veel nieuwe infrastructuur voor elektriciteit, waterstof, CO2, warmte, stoom, etc.. Daarbij hoort een duidelijke infrastructuurplanning gericht op tijdige realisatie van de infrastructuur.
Bedrijven in het industriecluster Rotterdam-Moerdijk worden benaderd door meerdere partijen voor informatie over hun plannen in het kader van de energietransitie. Het doel van voorliggend overzicht is om duidelijk te maken wie welke informatie uitvraagt en waarom, zodat bedrijven een helder beeld hebben van de partijen waarmee ze te maken hebben en waarvoor hun gegevens worden gebruikt.
Voor verdere vragen of meer informatie over de initiatieven die hier worden besproken, kunt u contact opnemen via info@cluster-promo.nl. Laten we samenwerken aan een duurzame toekomst!
Onderstaande info is ook in leafletvorm beschikbaar. Dit leaflet kunt u hier downloaden.
Klik op een van de logo's om direct naar de informatie te gaan.
Gericht op lange termijn planning energie-infrastructuur
Een toekomstbestendig energiesysteem is cruciaal voor de verduurzaming van de industrie. De Cluster Energiestrategie (CES) heeft als doel om op tijd zicht te krijgen op de hoeveelheid energie en de capaciteit aan energie-infrastructuur die in het cluster benodigd is. De data voor de CES worden bij voorkeur verzameld en beheerd in het Data Safe House (DSH), een zelfstandige en onafhankelijke stichting zonder winstoogmerk. Het DSH richt zich op het veilig delen van vertrouwelijke verduurzamingsplannen van bedrijven, die van invloed zijn op de vraag of het aanbod van energiedragers zoals elektriciteit, aardgas en waterstof. Projecten die in de CES zijn opgenomen kunnen vervolgens ‘nationale MIEK-status’ krijgen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG).
De eerste twee versies van de CES Rotterdam-Moerdijk hebben gezorgd voor prioritering van investeringsplannen (IP’s) van netbeheerders. De data die hiervoor gebruikt werd was echter nog niet fijnmazig genoeg voor het uitvoeren van exacte netwerkberekeningen en planning van alle infrastructuur in het cluster. Voor de CES 3.0 wordt daarom gewerkt met detailleerde vraag en aanbod-data op basis van directe input van de industrie in het cluster. Door het verzamelen van plannen van zoveel mogelijk bedrijven, wordt de kans op verkeerde dimensionering van de energie-infrastructuur verkleind. De data die zijn opgehaald voor de CES worden ook gebruikt door de netbeheerders voor hun Investeringsplannen en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het beslissen over nationale MIEK-projecten. De data voor de CES worden verzameld en beheerd in het Data Safe House (DSH), een zelfstandige en onafhankelijke stichting zonder winstoogmerk. Voor bedrijven die voor nu geen gebruik wilden maken van het DSH was de mogelijkheid gecreëerd om onder NDA data met het CES datateam te delen. Het DSH richt zich op het veilig delen van vertrouwelijke verduurzamingsplannen van bedrijven, die van invloed zijn op de vraag of het aanbod van energiedragers zoals elektriciteit, aardgas en waterstof. Onder het DSH afsprakenstelsel worden data op een centrale locatie verzameld, waarbij de vertrouwelijkheid van deze informatie gegarandeerd wordt door een beveiligd IT-platform/ te gebruiken. Bedrijven behouden het eigenaarschap over hun data en kunnen bepalen welke informatie wordt uitgewisseld, met wie, en voor welk doel, onder de voorwaarden van het DSH afsprakenstelsel. Dankzij het DSH kunnen netbeheerders eerder starten met de aanleg van nieuwe infrastructuur, gebaseerd op solide gegevens, wat helpt voorkomen dat er in de toekomst sprake zal zijn van gebrek aan capaciteit van de energie- . Op korte termijn is het voordeel voor bedrijven dat ze niet langer dezelfde informatie naar meerdere partijen hoeven te sturen, maar eenmalig hun data kunnen invoeren in het DSH. Dit zorgt voor efficiëntie en geeft netbeheerders betrouwbare, ‘bottom-up’, en actuele informatie over de verduurzamingsplannen van bedrijven. Het initiatief wordt ondersteund door Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam en Netbeheer Nederland.
Meer weten? Ga naar https://datasafehouse.org of mail wjwbuist@datasafehouse.org
Cluster Energie Strategieën (CES)
Gericht op lange termijn planning energie-infrastructuur
De Cluster Energie Strategieën (CES) zijn een belangrijk instrument om de energietransitie in de Nederlandse industrie te faciliteren. De CES’en brengen in kaart hoe de toekomstige vraag naar en aanbod van duurzame energie zich ontwikkelt in de industrieclusters, waaronder Rotterdam-Moerdijk. Dit is cruciaal omdat de industrie steeds meer overstapt van fossiele naar duurzame energiebronnen, wat leidt tot een groeiende druk op het elektriciteitsnet. De CES'en helpen bij het tijdig plannen van de benodigde infrastructuur en vormen de basis voor investeringsbeslissingen van netbeheerders en overheid. Zo vormt de informatie uit het DSH een van de bronnen voor de CES Rotterdam-Moerdijk.
Meer weten? Ga naar https://verduurzamingindustrie.nl/energie-infra/ces
Data over vraag en aanbod van elektriciteit (nu tot 10 jaar vooruit)
Voor de uitvoering van haar nationale en internationale wettelijke taken vraagt Tennet jaarlijks aan klanten om data over de verwachte elektriciteitsvraag en -aanbod voor de komende 10 jaar aan te leveren. De regionale netbeheerders (RNB’s) verzamelen de data over elektriciteitsvraag en -aanbod van aangeslotenen in hun verzorgingsgebied. Deze data worden geaggregeerd per station bij TenneT aangeboden.
Wat doet Tennet met deze data? TenneT is de onafhankelijke beheerder van het landelijke hoogspanningsnet en verantwoordelijk voor elektriciteitstransport, voor het leveren van systeemdiensten en het faciliteren van de energiemarkt. De data over vraag en aanbod gebruikt Tennet voor meerdere plannen en rapporten. Investeringsplan (IP) – In het tweejaarlijkse Investeringsplan (IP) beschrijft Tennet zijn uitbreidings- en vervangingsinvesteringen voor het elektriciteitsnet, met een zichttermijn van 10 jaar. De investeringsplannen maken zo inzichtelijk op welke wijze er voldoende capaciteit beschikbaar komt voor het elektriciteitstransport en hoe dit veilig kan plaatsvinden. Leveringszekerheid – Vanuit haar wettelijke taak van ‘marktfacilitering’ voert Tennet jaarlijks een onderzoek uit naar de middellange- en lange termijn leveringszekerheid. Met het rapport Monitoring Leveringszekerheid krijgen bedrijven en andere belanghebbenden inzicht in de leveringszekerheid van het elektriciteitssysteem. Europese plannen – TenneT is tevens actief in ENTSO-E, het verbond van Europese landelijke netbeheerders (TSO’s: Transmission System Operator), om te komen tot een gezamenlijk tweejaarlijks netontwikkelingsplan (TYNDP). Het plan kijkt 10 jaar vooruit. Daarnaast is er een jaarlijkse gezamenlijke analyse van de Europese leveringszekerheid, de zogeheten ERAA (European Resource Adequacy Assessment) studie.
Meer weten? Ga naar: https://www.tennet.eu/nl
Beter inzicht in het gebruik van het net en de toekomstige vermogensvraag
Stedin neemt contact op met bedrijven in de Rotterdamse haven om beter inzicht te krijgen in de vraag naar infrastructuur, transportcapaciteit en innovatieve flexibiliteitsoplossingen. Op de korte termijn gaat het hierbij om beter inzicht in hoe Stedin het net zo goed mogelijk kan benutten om, ondanks schaarse transportcapaciteit, toch zo veel mogelijk ontwikkelingen van klanten te realiseren. Op de langere termijn zoekt de regionale netbeheerder naar een gedetailleerd beeld van gevraagde piekvermogens, timing en locaties. Met de verkregen informatie kan Stedin de infrastructuurplanning beter laten aansluiten op wat de markt vraagt.
Om deze inzichten te verkrijgen en actief aan oplossingen te werken, neemt Stedin contact op via: Klantbenadering – Stedin benadert klanten om te bespreken of zij flexibelvermogen hebben. Dit zijn klanten die worden verondersteld extra vermogen te kunnen terug leveren of die productieprocessen flexibel kunnen inzetten. Samen met deze klanten onderzoekt Stedin óf de mogelijkheid bestaat om extra terug te leveren én welke financiële, technische en operationele randvoorwaarden daar tegenover staan. Met het gevonden flexibelvermogen wil Stedin klanten van de wachtlijst halen. Aanbesteding – Om op korte termijn de wachtlijst voor nieuwe aanvragen in te lopen, onderzoeken TenneT en Stedin of ze de markt, zoals leveranciers van assets, willen vragen om nieuwe invoedingsassets te plaatsen. Deze assets worden gebruikt om congestiepieken te verwerken. Buiten deze pieken kan de eigenaar de assets naar eigen inzicht gebruiken. 10-jaarsprognose – Jaarlijks vraagt Stedin klanten om een 10-jaarsprognose van hun elektriciteitsverbruik. Deze informatie wordt gebruikt om de infrastructuurplanning beter aan te laten sluiten bij de markt. Cluster Energiestrategie – In de eerste helft van 2024 was Stedin onderdeel van gesprekken met een 20-tal bedrijven in het kader van de CES. In deze gesprekken, gericht op de lange termijn, schetst Stedin samen met de industrie de contouren van het toekomstig energiesysteem. De verzamelde data over timing, locatie, vermogens en energiedragers helpt ons om een investeringsplan op te stellen dat beter aansluit bij de marktvraag. In tegenstelling tot de 10-jaarsprognose, kent de CES een langere horizon (tot 2050) en omvat het meer energiedragers dan alleen elektriciteit.
Meer weten? Ga naar: https://www.stedin.net/
Gasunie Transport Services (GTS): klantaansluiting aardgas
GTS heeft als wettelijke taak het ontwikkelen en in stand houden van het landelijke gastransportnet waarbij zij onder andere rekening houdt met de wettelijke eis van doelmatigheid. Bij het ontwerp van het netwerk zijn de verwachtingen (prognoses) ten aanzien van het gebruik van capaciteit van belang. In de regel kunt u als aangeslotene een leverancier kiezen waar u het gas koopt. De leverancier zal vervolgens, via een shipper, zorgen dat er capaciteit wordt geboekt bij GTS. Als aangeslotene bent u er dus van verzekerd dat de geboekte capaciteit in het lopende jaar ook beschikbaar voor u is in het volgende jaar, mits er voor 1 december geboekt is. Boekingen na 1 december worden op first come first serve-basis afgehandeld.
Meer weten? Ga naar: https://www.gasunietransportservices.nl/aangeslotenen
Hynetwork Services: Interesse in waterstofinfrastrucuur
Hynetwork wil in Nederland grootschalige waterstofinfrastructuur ontwikkelen en beheren. Deze infrastructuur is nodig om over te kunnen stappen van fossiele naar duurzame grond- en brandstoffen. Hynetwork vraagt de industrie om interesse kenbaar te maken via Expressions of Interest. Hynetwork gebruikt deze en andere informatie om op tijd een robuust transportnetwerk te bouwen dat de vijf clusters met elkaar, opslag, importfaciliteiten en het buitenland verbindt. Wegens het gevoelige karakter van de informatie die u bereid bent te delen, zal Hynetwork alleen gebruikmaken van de informatie in de EOI als de NDA getekend is door uw bedrijf en door Hynetwork. Daarom bevelen we sterk aan beide getekende formulieren gelijktijdig in te dienen.
Interesse kenbaar maken? Ga naar: https://www.hynetwork.nl/zakelijk/toon-uw-interesse
WarmtelinQ: aanbod van warmte
WarmtelinQ vraagt bedrijven naar de beschikbaarheid van (rest)warmte ten behoeve van de gebouwde omgeving. Gelet op de klimaatdoelen voor de industrie, landbouw en gebouwde omgeving is de realisatie van een warmtetransportnet in de provincie Zuid-Holland gewenst.
Hiermee kan (rest)warmte, onder andere uit de Rotterdamse haven, worden getransporteerd naar de gebouwde omgeving in de provincie Zuid-Holland. WarmtelinQ Transport Services (WTS) legt op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat dit regionaal warmtetransportnet aan (WarmtelinQ). WTS is aangewezen als (beoogd) warmtetransportbeheerder en zal ook de rol van onafhankelijk netbeheerder van dit regionale warmtetransportnet vervullen conform de vereisten voortkomend uit de voorziene Warmtewet (WcW). WTS is een volle dochter van Gasunie en één van haar wettelijke taken is tevens om vraag en aanbod van warmte in kaart en bijeen te brengen (marktmeester). Deze coördinerende en verbindende rol is nodig om een samenhangende uitrol van collectieve warmtevoorzieningen en de ontwikkeling van warmtebronnen mogelijk te maken. WarmtelinQ gaat graag in gesprek als u restwarmte beschikbaar heeft.
Meer weten? Ga naar: https://www.warmtelinq.nl/
Delta Rhine Corridor (DRC) en Delta Schelde CO2nnection (DSC): vraag en aanbod CO2
De Delta Rhine Corridor is een bundel van ondergrondse buisleidingen en kabels die wordt ontwikkeld in de buisleidingenstrook die loopt van Rotterdam via Moerdijk naar Zuid-Limburg en verder door naar Duitsland. Gasunie onderzoekt in samenwerking met de Delta Rhine Corridor Partners de mogelijkheden voor een leiding voor CO2 in het Nederlandse deel van de Delta Rhine Corridor. Heeft u interesse om met uw bedrijf aan te sluiten op de CO2-leiding? In april 2024 heeft Gasunie een Expression of Interest gelanceerd. Hiermee wil Gasunie bij potentiële klanten en shippers meer informatie inwinnen over hun interesse in de Delta Rhine Corridor voor het Nederlandse deel. Een connectie tussen Rotterdam en Zeeland & Antwerpen is ook onderdeel van deze Expression of Interest. Deze wordt apart ontwikkeld onder de naam Delta Schelde CO2nnection. Gasunie gebruikt deze data om een beter inzicht te krijgen in de vraag en het aanbod van CO2. De informatie vanuit de EoI maakt het mogelijk voor Gasunie om een beter beeld te krijgen van wat nodig is om de volgende stappen te zetten in het tijdig en succesvol realiseren van de DRC en DSC.
Interesse in aansluiting? Ga naar: https://www.gasunie.nl/en/projects/delta-rhine-corridor/expression-of-interest-for-delta-rhine-corridor-andor-delta-schelde-co2nnection
Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) onder de Omgevingswet
De DCMR Milieudienst Rijnmond verzamelt data als onderdeel van haar wettelijke taken: vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Dit heeft als doel om te zorgen dat bedrijven voldoen aan wet- en regelgeving en verantwoordelijk omgaan met milieu- en veiligheidsaspecten en het bereiken van de doelstellingen van de Omgevingswet. Voor omgevingsvergunningsaanvragen moet bedrijven specifieke informatie verstrekken, zoals het milieueffectrapportage (mer) voor projecten met significante effecten, veiligheidsinformatie en/of natuuronderzoeken. Onder toezicht en handhaving kan DCMR ook aanvullende informatie opvragen, zoals rapportages over naleving, monitoringgegevens en/of incidentrapporten. Onderdeel hiervan zijn ook gegevens over energiegebruik. Wij brengen onder meer restwarmtestromen in kaart met als doel bedrijven bewuster te maken van het potentieel van hun restwarmte en om gemeenten in staat te stellen hier rekening mee te houden bij het opstellen van hun transitieplannen voor warmte in de gebouwde omgeving. Dit wordt uitgevoerd met inachtneming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie
DCMR, namens het bevoegde gezag (provincie of gemeente), vraagt verschillende soorten informatie op bij bedrijven in het kader van VTH onder de Omgevingswet. Dit omvat onder andere: Vergunningaanvragen: Meldingen of vergunningaanvragen voor milieubelastende activiteiten. Milieugegevens: Periodieke rapportage van emissies, afvalproductie en energieverbruik. Veiligheidsinformatie: Informatie over veiligheidsvoorzieningen en procedures. Rapportages en verslagen: Verslaglegging over activiteiten en incidenten, zoals milieu-incidenten of veiligheidsongevallen. Nalevingscontrole: Toezicht op naleving van wet- en regelgeving. Monitoringgegevens: Data over effecten op de omgeving, zoals luchtkwaliteit en geluidsniveaus. Informatie over wijzigingen: Melding van wijzigingen die impact hebben op de omgeving of naleving. Door de energietransitie zijn de bevoegdheden voor dataverzameling voor de omgevingsdiensten recentelijk uitgebreid. De grootste energieverbruikers hebben een extra plicht gekregen om energiebesparings- en verduurzamingsplannen te maken en aan het bevoegd gezag te overleggen. Onderdeel van deze verplichting is een isolatiescan, een aandrijvingenscan, de opgave van restwarmtegegevens, de beschrijving van voorziene maatregelen voor de komende vier jaar, en een plan voor energiebesparing en verduurzaming. Het doel van het verzamelen van restwarmtestromen is om bedrijven bewuster te maken van het potentieel van hun restwarmte en om gemeenten in staat te stellen hier rekening mee te houden bij het opstellen van hun transitieplannen voor warmte in de gebouwde omgeving. Dit wordt uitgevoerd met inachtneming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie.
Meer weten? Ga naar: https://www.dcmr.nl
Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) onder de Omgevingswet
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) houdt zich bezig met het vestigingsklimaat en randvoorwaarden voor bedrijven. RVO-accounthouders voeren jaarlijks gesprekken met bedrijven over hun verduurzamingsplannen en de knelpunten die ze ervaren bij de uitvoering ervan.
Deze gesprekken worden gevoerd op verzoek van VNO-NCW en VEMW, in samenwerking met het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG). Bedrijven in het industriecluster Rotterdam-Moerdijk worden jaarlijks uitgenodigd om deel te nemen aan deze gesprekken, waarbij in 2024 de "Top 60" bedrijven (met meer dan 50 kton CO2-uitstoot) zijn/worden geïnterviewd. De gesprekken bieden een duidelijk inzicht in de voortgang van verduurzaming binnen de Nederlandse industrie. RVO krijgt inzicht in de verduurzamingsplannen van bedrijven, de uitdagingen die ze tegenkomen, en mogelijke praktische oplossingen.
Zie ook Klimaat- en Energieverkenning (KEV) https://www.pbl.nl/kev
Daarnaast heeft RVO van elk bedrijf de belangrijkste CO2-reductieprojecten inclusief hun knelpunten geïnventariseerd. De focus lag bij scope 1 “schoorsteen” emissies, maar stikstof bijvangst is dit jaar ook meegenomen. De interviews zijn bedrijfsvertrouwelijk en daarom wordt er alleen geaggregeerd data gerapporteerd. Tevens heeft RVO een beperkte validatie van de projecten en knelpunten gedaan met betrekking tot beoogde CO2-reductie en is er niet gevraagd naar financiële gegevens over de projecten. De resultaten van deze gesprekken worden in mei of juni 2024 teruggekoppeld aan de industrie. Om dubbele inspanningen te voorkomen, vraagt RVO dit jaar expliciet aan bedrijven of RVO hun gegevens mogen delen met PROMO en KGG. Geaggregeerde data worden ook gedeeld via het Klimaatbeleid Dashboard.
“Niet herleidbare” data gepubliceerd op https://dashboardklimaatbeleid.nl/
New Energy Taskforce (NET): Om directe problemen met netcongestie te helpen oplossen
De New Energy Taskforce (NET) is opgericht door het Havenbedrijf Rotterdam, in samenwerking met TenneT, Stedin en Deltalinqs, om bedrijven in het havengebied in concrete casussen te ondersteunen bij het beperken van de gevolgen van netcongestie op korte termijn. Om de juiste oplossingen te kunnen bieden voor bestaande of verwachte knelpunten, heeft het New Energy Taskforce toegang tot data en informatie van het betreffende bedrijf nodig. Ook data van andere bedrijven die kunnen bijdragen aan het oplossen van knelpunten kan relevant zijn.
Onder relevante data worden o.a. hoofd- en submetergegevens, gasverbruik, warmtevraag, assetstructuren, en netwerkstructuren inclusief afhankelijkheden verstaan. Dit geldt zowel voor actueel verbruik en/of opwek als geplande/gewenste toekomstige uitbreidingen/vervangingen. Deze informatie helpt NET analyses te maken, het juiste inzicht in verbruik (industriële processen) te verkrijgen en eventuele (beschikbare) ‘flexibiliteit’ in beeld te krijgen. Op basis hiervan kan NET voorstellen doen voor oplossingen, zowel voor als achter de meter, die de verdere ambities van bedrijven ondersteunen. De data die wordt opgehaald door NET wordt vertrouwelijk behandeld en alleen gebruikt door de Taskforce partners voor het analyseren en waar mogelijk oplossen van netcongestie.
Wil je iets melden? Stuur een e-mail naar: NET@portofrotterdam.com